Wat is Tao? Een poging tot …

“Tao is in de hele kosmos, maar waar een mens ook kijkt, Tao is nergens te zien”

(uit “Hart voor Tao”, Elly Nooyen)

‘De kern van het taoïsme is de Tao, het Pad of de Weg, die naar een naamloze, vormloze en alles doordringende kracht verwijst, die alle dingen tot leven wekt en ze weer terugbrengt tot een levenloze staat in een eeuwigdurende cyclus.

De traditie benadrukt hoe belangrijk het volgen van de Tao is, dat wil zeggen: niets doen wat tegennatuurlijk is en je weg vinden in de natuurlijke orde der dingen.’

‘Het concept van de Tao biedt een manier om de wisseling van de seizoenen te begrijpen, evenals de levenscyclus van de schepping en de plaats van de mens in de wereld.’

(uit “Taoïsme”, Jennifer Oldstone-Moore)

‘‘Tao’ is een term wat alle begrip te boven gaat. In wezen is het woord Tao dan ook onvertaalbaar. Het Chinese ideogram voor Tao is samengesteld uit twee basistekens: Het Hoofd (de leider) en de Voeten (de geleidelijke voortgang). Tezamen duiden zij op het bewust voortgaan op een weg, maar ook op de verbintenis van Hemel en Aarde in de mens.’

‘Met andere woorden, wie de Weg volgt, begeeft zich niet langer van A naar B, maar is “op de juiste Weg” . “De Weg” : het onuitsprekelijke en allesdoordringende principe van het heelal, datgene wat aan alles voorafgaat en waarin alles terugkeert.’

(uit “Tao Te King”, Alexander Smit)

‘De volgeling van Dao (Tao) realiseert vermindering en nog eens vermindering, die leidt tot niet-doen (Chinees: wuwei). Dit begrip duidt op een vorm van handelen die alle vormen van fixatie heeft losgelaten, handelt volkomen open, ontspannen en alert. De situatie wordt niet vertekend door zijn eigen obsessies*, maar staat juist onbevangen in de realiteit. Op die manier kan hij met alles wat er op zijn pad gebeurt rekening houden en soepel met de stroom van gebeurtenissen mee bewegen.’

Pagina bekijken

*NB mijn interpretatie voor ‘obsessie’ is verlangen en behoeftes.

(uit “Inleiding taoïstische filosofie”,  M. Dijkstra (red.),  Woei-Lien Chong, R. Ransdorp  en J. De Meijer).

Schrijfster Patricia De Martelaere geciteerd in bovenstaand boek:

“ …het taoïsme lijkt mij van alle levenshoudingen die ik ken tegelijk de mildste en de hardste. Het is mild en toegeeflijk, omdat het (…) niet op een normatieve manier richtgevend wil zijn. (…) Maar dit is tegelijkertijd ook wat het taoïsme tot het meest genadeloze en in zekere zin meest ‘onmenseijke’ systeem maakt: het laat ons reddeloos over aan onszelf, zonder enige richting of houvast.”                                                                                        

Reactie van M. Dijkstra op Patricia De Martelaere:

“De openheid van de taoïstische filosofie leidt mijns inziens niet tot een wijsgerig niemandsland waarin de mens onzeker ronddoolt, maar integendeel tot een diepere verbondenheid met de alledaagse realiteit waarin hij zich met grote spontaniteit, vrijheid en souplesse kan bewegen.

In de mate waarin de mens mild is en zo zijn waardeoordelen over alles en iedereen opschort, maakt hij ruimte voor de ander of het andere. Het taoïstische denken wil de mens dan ook primair bevrijden uit zijn geborneerdheid, zoals zo fraai tot uitdrukking komt in de titel van een hoofdstuk uit de Zhuangzi: ‘Koffers openbreken’.

Iemand die de compartimenten van zijn geest durft open te gooien, wordt niet het slachtoffer van een ‘onmenselijk systeem’, maar juist zeer ‘menselijk’, verbonden met alle andere mensen, dieren en objecten. Of, zoals de taoïstische denkers het noemen: hij ‘zwerft vrij en blij met de tienduizend dingen’.

Voor geïteresseerden is er verder nog:

“Tao- Te -Tjing” vertaling door J. A. Blok, bewerkt door H. van Praag.
“Lessen van de Tao” Eva Wong
“Taoisme” Eva Wong
“De Tao van een gezond en lang leven” Da Liu
“leven en werken in het ritme van de seizoenen” Jaap Voigt
“De Tao van de vrouw” M.D. piontek
“Het geheim van de gouden bloem” R. Wilhelm / C.G. Jung
“Tau van de psychologie” J.S. Bolen